Frida Wolf groeit als kind op naast een gevangenis. Haar vader is gevangenisdirecteur, en houdt er een nogal eigenzinnige opvoeding op na: hij dweept met literatuur en wapens, ziet er geen graten in om te stelen uit de supermarkt, noemt zijn dochter geregeld een 'domme gans' en zuipt zich te pletter. Na een ongeluk raakt de balans nog verder zoek, en speelt de gevangenis een steeds grotere rol thuis. In losse hoofdstukken blikt Frida terug op haar bijzondere jeugd.
Er zijn nog geen reacties. Wees de eerste om zelf je mening door te geven.
Wat vond je van dit boek?
Verklap het einde niet, zo blijft het spannend voor andere juryleden.