In november 2025 ging Edward van de Vendel in gesprek met de selectieteams van de Leesjury. We kennen hem als schrijver, vertaler, uitgever en in-gang-zetter van reeksen zoals Slash en Tijgerlezen. Met hem wilden we het hebben over de rol van boeken en verhalen in een wereld die erg complex geworden is. Hoe wil hij zich engageren?
Het werd een gesprek over zijn werk en over de overtuigingen daarachter. Maar ook over het wezen van kinder- en jeugdliteratuur, over optimisme en over verbinding.
Het recent verschenen sprookje De prins die licht gaf sluit naadloos aan bij de insteek van het gesprek. Hoe kunnen we, moeten we, willen we omgaan met donkere tijden?
Het verhaal blijkt geboren uit de wanhoop van onze tijden, waarin - aldus Edward van de Vendel - 'een sfeer van anti-verbinding de bovenhand neemt, van niet meer met elkaar praten.' Hij vertelt hoe hij heftig, 'niet meer normaal', reageerde op recente verkiezingen in Nederland en vraagt zich af waarom hij dat zo vreselijk en bedreigend vond: 'Het heeft ermee te maken dat alles waar ik voor strijd en me goed bij voel, iets zachts heeft: praten, naar elkaar luisteren, samen in één ruimte. Wat als we daar geen gehoor meer aan kunnen geven?'
Vanuit dat gevoel ontstond - zij het onbewust - een verhaal over een koninklijke bastaardzoon die licht blijkt te geven en zo dieren aantrekt. Alleen is dat niet waar de strijdgrage koning op zit te wachten, dus wordt de jongen verbannen naar de donkerste kerkers.
Voor een verhaal over licht, wordt het dus ook erg donker in De prins die licht gaf. Dat is niet zomaar. Uiteindelijk heeft het te maken met de kern van het schrijverschap van Edward van de Vendel. 'Je kunt pas optimistisch zijn als je weet dat er zoveel misgaat. Je hebt maar één keus: naar het mooie kijken, voor het licht kiezen. Precies omdat ik de wanhoop voel en voel dat er zoveel mis is, wil ik ook in de kinder- en jeugdliteratuur zijn. Boeken voor kinderen en jongeren zijn vanuit zichzelf op zoek naar een hoopvol einde, naar wat ons verbindt.'
'Ik voel de brandende overtuiging dat ik die middenweg op wil van goed gemaakte boeken die veel kinderen leuk vinden.'
Edward van de Vendel
De mening van volwassenen en die van kinderen staat soms haaks op elkaar. Dat zien we geregeld bij de Leesjury. Als we Edward van de Vendel vragen hoe hij zich daartoe verhoudt, blijkt de Leesjury hem daar enorm in gestuurd te hebben.
Zo stond Een griezelmeisje ooit op de lijst van groep 3 - een verhaal dat hij schreef bij illustraties van Isabelle Vandenabeele. Het was de tijd van de grote slotfeesten, waar auteurs en illustratoren 'als supersterren' op het podium kwamen. Alleen begonnen de juryleden BOE te roepen toen hij verscheen. Die ervaring was afschuwelijk én bleek doorslaggevend.
'Ze hadden gelijk,' zegt Edward van de Vendel er nu over. 'Dat boek had ik niet moeten maken. Het gaat over een ervaring die kinderen niet zelf kunnen hebben, namelijk kiezen voor de verkeerde man en daarmee je eigenwaarde verliezen.' Hij vertelt: 'Dat BOE-geroep was heel belangrijk voor me. Ik wil nadenken over mijn publiek, hoe abstract dat ook is. Ik wil niet iets schrijven waar veel kinderen BOE van gaan roepen.'
Edward van de Vendel zoekt verbinding met de kinderen en jongeren voor wie hij schrijft. Hij wil dicht bij hen komen en toegankelijke boeken schrijven, zonder te betuttelen - al is dat 'wel een tocht en een zoeken'. Hij vertelt: 'Ook mijn lichtste verhalen hebben grond. De belofte van een spannend of grappig boek geeft vaak zin om te lezen. Als schrijver heb je dan de verantwoordelijkheid om niet alleen flauwekul aan te bieden. Ik wil iemand een boek in trekken, maar ook een bodem geven.'
Hij vertelt: 'Je kan alles bespreken en tonen aan kinderen, maar wel uitgaande van wat een kind eraan heeft. Een kinderboek kan moeilijk of makkelijk zijn, maar het heeft een kinderadem nodig. Ik wil solidair zijn met kinderen en écht kijken: op welk ontwikkelingsniveau staan ze? Waar zijn ze echt mee bezig?'
Die verbinding met jongeren werd heel concreet toen hij in 2008 samen met Anoush Elman De gelukvinder schreef. De gelukvinder was het eerste boek in de door Edward van de Vendel bedachte Slash-reeks. Die reeks is ontstaan vanuit zijn bezorgdheid dat de zogenaamde literaire auteurs zich (met name in die tijd) niet leken te bemoeien met wat jongeren echt bezighield. Samen het persoonlijke verhaal van Anoush Elman vertellen 'heeft mijn werk geopend en verbreed,' aldus Edward van de Vendel. 'Het heeft me ook gerustgesteld: je kunt als literaire auteur wel degelijk dichtbij iemand komen.'
In 2023 kwam de volgende stap in de carrière van Edward van de Vendel. 'Er gebeurde veel tegelijkertijd,' vertelt hij. 'Mijn 100ste boek werd gevierd, ik werd 60, mijn redacteur overleed op jonge leeftijd, Misjka kreeg veel prijzen, ik kreeg een oeuvreprijs… Als je een oeuvreprijs krijgt, moet je opnieuw nadenken over wat en waarom je maakt. Er was even een rustpunt, een vacuüm.'
'Ik ben schrijver, maar ik vind het sowieso fijn om een community te scheppen, om in een team aan iets te werken.' Samen met Singel Uitgeverijen maakte hij de idee van een eigen uitgeverij concreet: 'Die brandende overtuiging dat ik die middenweg op wil van goed gemaakte boeken die veel kinderen leuk vinden, ligt ook aan de basis van Blauw Gras. Maar dan verbreed, want bij Blauw Gras kan ik auteurs aantrekken die kunnen wat ik niet kan.'
'Omdat ik de wanhoop voel en voel dat er zoveel mis is, wil ik ook in de kinder- en jeugdliteratuur zijn. Boeken voor kinderen en jongeren zijn vanuit zichzelf op zoek naar een hoopvol einde, naar wat ons verbindt.'
'Elke auteur die zichzelf serieus neemt, moet tegenstand organiseren,' stelt Edward van de Vendel.
Kinderen BOE horen roepen, de eerste versie van De dagen van de Bluegrassliefde neergemaaid weten door zijn eigen uitgever, een recensie die zijn gedichten afdoet als 'mooi maar niet gevaarlijk': voor hem zelf zijn het belangrijke en leerrijke momenten geweest.
Ook bij Blauw Gras wil hij het gesprek aangaan. Dus probeert hij een boek met verschillende redacteuren te lezen om dan hun ervaringen te delen. 'Dat kost heel veel tijd, maar het maakt de dingen wel beter.'
Op de website van Blauw Gras lazen we al dat de uitgeverij boeken wil uitgeven die 'aandacht, helderheid en optimisme benadrukken - begrippen waar onze verwarrende tijd behoefte aan heeft. […] Boeken die zich bemoeien met de wereld, maar je niet moedeloos maken. Boeken die toegankelijk zijn, maar waarin je toch alle nuances proeft.'
Optimisme, nuance, helderheid, verbinding, inzicht: daar heeft de wereld volgens Edward van de Vendel behoefte aan. Precies dat wil hij bieden met zijn al werk. Ergens tijdens het gesprek zei hij: 'Ik denk vaak: ik doe niet genoeg, ik ga niet naar demonstraties, schrijf geen opiniestukken. Mijn vakgebied doet er in de wereld minder toe.' Wij durven het tegendeel beweren.
Edward van de Vendel had deze boodschap voor voor de selectieteams. Het zijn woorden die alle volwassenen die hun leesvuur willen doorgeven ter harte mogen nemen:
'Wat fijn om voor jullie te spreken. De kinderboekenleescommunity van volwassenen zit als een warme schil om de uitgeverijen en auteurs heen. Jullie maken deel uit van een vrij onzichtbare groep, maar die groep is veel belangrijker dan mensen zich realiseren. Jullie geven namelijk kinderboeken door vanuit kennis, en niet zozeer vanuit enthousiasme voor één titel of auteur. Jullie zijn een uniek genre!'
Edward van de Vendel begon zijn carrière als leerkracht op de basisschool, tot hij in 2001 fulltime ging schrijven. Naast schrijver van poëzie, verhalen, prentenboeken en non-fictie voor kinderen en jongeren, is hij vertaler en uitgever. Hij zette reeksen zoals Slash, Querido Glow en Tijgerlezen in gang en maakte een podcast over klassieke kinder- en jeugdboeken.
Zijn werk valt vaak in de prijzen - ook bij de Leesjury. In 2024 kreeg hij Theo Thijssen Prijs voor zijn totale oeuvre.